Afgelopen zondag eindigde de wedstrijd Club Brugge-Anderlecht in mineur. De coach van voetbalclub Anderlecht, Vincent Kompany, zei na afloop dat toeschouwers racistische uitspraken hadden gedaan. De politie opent nu een onderzoek naar het racisme-incident. Steven Coenegrachts, Vlaams Parlementslid voor Open Vld, was tijdens de plenaire vergadering duidelijk: “Racisme en antisemitisme hebben geen plaats op onze voetbalvelden en in onze stadions. Voetbal moet een feest zijn voor supporters, coaches en spelers. Zowel de clubs als de Pro League moeten dan ook hun verantwoordelijkheid opnemen. Enkel zo krijgen we de supporters mee en tonen we hen dat misselijkmakende uitspraken niet kunnen.”
“Ik ga gedegouteerd en teleurgesteld naar huis. Mijn staf, mijn spelers en ikzelf zijn de hele wedstrijd uitgescholden voor bruine aap en wat dan ook. Ik heb het er moeilijk mee.” Dat zei Vincent Kompany, de coach van voetbalclub Anderlecht, zondag na de wedstrijd Club Brugge-Anderlecht.
Vlaams Parlementslid Steven Coenegrachts vindt het pijnlijk dat dit in 2021 nog steeds gebeurt: “De analyse van een voetbalmatch zou moeten gaan over de aanval, over de verdediging, over hoe sterk of zwak het middenveld was, maar niet over de vreselijke uitspraken van sommige supporters. Ik verwacht nu dat iedere betrokken partij haar verantwoordelijkheid opneemt. En dan heb ik het niet over mooie woorden, nieuwe communicatiecampagnes of een zoveelste plan. Dan heb ik het over daden en acties.”
Het liberale parlementslid benadrukt dat de verantwoordelijkheid niet alleen bij de supporters in de tribune ligt, maar ook bij de bestuurders in de loges: “Bestuurders moeten zich meer en meer bewust worden van de maatschappelijke verantwoordelijkheid die ze dragen. Hun verantwoordelijkheid gaat niet alleen over de RSZ of de spelerslonen, over de commissies op makelaarslonen of mensen in het wit of zwart betalen. Ze hebben ook een rol te vervullen in de strijd tegen racisme. Ze hebben de plicht om de instrumenten die bestaan, vast te pakken en te gebruiken.”
Minister Somers gaf in zijn antwoord tijdens de plenaire vergadering gehoor aan de oproep van parlementslid Coenegrachts: “Ik heb samen met de Pro League een project geïnitieerd in Kazerne Dossin. Mensen die zich bezondigen aan racistische uitspraken komen erdoor in contact met slachtoffers om hen schuldinzicht bij te brengen. Dat project bestaat dus al en omvat vorming van de verantwoordelijken in sportclubs. Het wordt echter onvoldoende gebruikt. Ik ga Kazerne Dossin vragen om meer contact te zoeken met de verschillende clubs van de Pro League opdat ze intensiever gebruik gaan maken van het project. Daarnaast heb ik vanavond een meeting met de verantwoordelijken van Club Brugge en de Pro League om samen te bekijken wat we meer kunnen doen.”
Coenegrachts sloot zijn uiteenzetting af met een warme oproep: “Een positieve identiteit is niet alleen een probleem in de sport, maar een uitdaging voor de hele samenleving. Ergens ‘voor’ zijn betekent niet noodzakelijk dat je ook ‘tegen’ iemand anders moet zijn. Ik ben een liberaal en niet omdat ik ‘tegen’ de socialisten of nationalisten ben, maar omdat ik ‘voor’ het liberalisme strijdt. Wij als parlementsleden zouden in onze taal en houding het goede voorbeeld kunnen en moeten geven om dit soort racistische kankers uit onze samenleving te helpen.”