media
21/04/2020gelijke kansen
21/04/2020ruimtelijke ordening
Onze ruimte zo kwalitatief mogelijk invullen, met respect voor het eigendomsrecht.
Ruimte is de meest schaarse grondstof van Vlaanderen. Om deze uitdaging succesvol aan te pakken moet onze ruimtelijke ordening de ruimte zo kwalitatief mogelijk invullen en flexibel benutten, met daarbij respect voor de draagkracht van een gebied en het eigendomsrecht van mensen. De tegenstelling tussen stad en platteland is een vals dilemma. Steden hebben nood aan een vitaal platteland en omgekeerd. Naast een evenwichtig plattelandsbeleid zorgen we voor aantrekkelijke en gezonde steden. Daar ontstaan nieuwe ideeën en innovaties, nodig voor een bruisende cultuur en een krachtige economie.
RUIMTELIJKE ORDENING
Het gebruik van onze beschikbare ruimte speelt een cruciale rol in het woon- en klimaatbeleid. Omdat de ruimte beperkt is in Vlaanderen, willen we die zo optimaal mogelijk benutten. De klassieke reflex de voorbije decennia was dan om die ruimte zoveel als mogelijk te gaan reguleren. Die te rigide regeltjes zorgen ervoor dat wanneer we vandaag een antwoord willen bieden op nieuwe maatschappelijke uitdagingen, in het bijzonder op vlak van nieuwe woonvormen, energie, mobiliteit en klimaat, er telkens een nieuwe regel moet worden uitgevonden om dingen mogelijk te maken. Regel op regel. En finaal eindigen we in zo’n kluwen dat niemand eigenlijk nog goed weet wat kan en wat niet kan en dat projecten met de beste bedoelingen vastlopen op de regelmuur.
Zo heeft het jaren geduurd vooraleer er een regelgeving was die het mogelijk maakte om een (tijdelijke) wooncontainer in je tuin te plaatsen zodat een zorgbehoevende ouder dicht bij jou kan wonen. En het blijft moeilijk. Hetzelfde verhaal wanneer je een bestaande woning die te groot is wil opsplitsen in twee aparte woningen.
We moeten in woongebieden streven naar meer flexibiliteit. Op deze manier stimuleren en faciliteren we als overheid de gewenste transitie binnen woongebied en kunnen we focussen op de verhoging van de kwaliteit van de publieke ruimte. Zo verwezenlijkt Open Vld de bouwshift op een maatschappelijke dynamische manier, met de burger als motor van de verandering, én met een voldoende groot draagvlak zonder een financieel bloedbad.
Tegenover de woongebieden staan de onbebouwde gebieden (agrarisch gebied, natuurgebied, bosgebied,…), die moeten uitblinken in biodiversiteit, waterbeheer, groenwaarden, recreatie en het opvangen van de klimaatverandering. Zonevreemde woningen die in onbebouwde gebieden liggen bieden we rechtszekerheid. De bestaande regelgeving wordt daar niet aangepast.
In elk geval zullen onze woningen van de toekomst ‘slim’ en multifunctioneel zijn. Het zijn plaatsen waar we wonen maar evengoed onze eigen energie produceren. Appartementen boven een supermarkt of een crèche zijn vandaag nog de uitzondering maar moeten de regel worden. Of een groene tuin bovenop het dak van een supermarkt. We moeten ook vooruit denken. Als we vandaag investeren in bovengrondse parkings en we weten dat er in de toekomst meer en meer mensen zonder eigen wagen zullen zijn, dan moeten we er voor zorgen dat de constructie voorzien is om omgebouwd te worden tot appartementen of winkels, bijvoorbeeld door voldoende hoogte tussen de verschillende verdiepen te voorzien. Zo vermijden we dat we telkens opnieuw investeren in basisinfrastructuur, die op een bepaald moment niet langer nuttig is en dan volledig afgebroken moet worden om er iets anders te bouwen.
Op deze manier stimuleren en faciliteren we als overheid de gewenste transitie binnen woongebied en kunnen we focussen op de verhoging van de kwaliteit van de publieke ruimte.