
Coenegrachts en Vautmans pleiten voor verlening uitrijregeling mest
02/09/2021
Nieuwe subsidieregeling voor de bescherming van vee tegen aanvallen van de wolf
01/10/2021ANB koopt in Limburg voor meer dan de helft grond in landbouwgebied
Van de 1.090 hectare grond die het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) in 2020 heeft aangekocht, is een derde ingekleurd als landbouwgebied. In Limburg gaat het zelfs om de helft. Dit leidt tot de zorgwekkende conclusie dat de overheid zelf de prijs van landbouwgrond opdrijft.
Als Vlaams Parlementslid heb ik vragen gesteld aan minister van Landbouw Hilde Crevits (CD&V) en minister van Leefmilieu Zuhal Demir (N-VA) over de grondaankopen door de Vlaamse overheid. De afgelopen 20 jaar heeft het ANB gemiddeld zo’n 1.000 hectare per jaar aangekocht. Ik heb de bestemming van de aangekochte grond laten analyseren en ontdek dat in 2020 een derde van deze grond bestemd was voor landbouw, terwijl dat in Limburg zelfs 53 procent is.
Schaarste van Landbouwgrond
Momenteel zijn er 750.000 hectare landbouwgrond in Vlaanderen, maar 100.000 hectare kan al niet gebruikt worden voor landbouw, omdat die in handen is van bijvoorbeeld gemeentes, het ANB of particulieren die er hun paard op zetten. Door deze schaarste neemt de prijs van landbouwgrond toe. Wanneer het ANB meebiedt op landbouwgrond, jaagt dit de prijs voor boeren nog verder de hoogte in.
In de meeste Vlaamse provincies koopt het ANB vooral bos en natuur, maar in Limburg gaat het om landbouwgrond. Alhoewel ANB deze grond vooral gebruikt om bossen aan te planten, mogen er op sommige percelen ook nog steeds landbouwactiviteiten plaatsvinden, zij het onder strikte voorwaarden. Dit maakt het voor boeren steeds moeilijker om geschikte grond te kopen. Bovendien stijgen ook de pachtprijzen. Tussen 2000 en 2010 zijn die prijzen met meer dan 16 procent gestegen, en volgens cijfers van Statbel is de pachtprijs van bewerkte grond de afgelopen 20 jaar zelfs met 72 procent gestegen. Al deze factoren samen dragen bij aan een stijging van de voedselprijzen.
Stikstofproblematiek
Er speelt nog een ander belangrijk dossier dat invloed heeft op de beschikbaarheid van landbouwgrond. Minister Demir werkt aan een definitief plan voor de aanpak van stikstof. Totdat dat plan definitief is, geldt haar ministeriële instructie die de stikstofneerslag al fors aan banden legt. Dit is een direct gevolg van een rechtszaak waarin de vergunning voor een kippenstal in Kortessem werd vernietigd, wat leidde tot de noodzaak voor Demir om de stikstofregeling snel te herzien.
In Nederland is er momenteel ook veel discussie over de aanpak van stikstof. Plannen lekten uit waaruit blijkt dat de ontslagnemende Nederlandse regering overweegt om de veestapel met 30 procent te verminderen. De kosten van het uitkopen of onteigenen van boeren kunnen – afhankelijk van het gekozen scenario – oplopen tot 14 à 30 miljard euro, wat aanzienlijk meer is dan de 5 miljard die daarvoor is voorzien.
Toekomst van de Landbouw
In Vlaanderen is er voor de zomer al een lijst van mogelijke scenario’s opgesteld om het stikstofprobleem aan te pakken, maar minister Demir moet hier nog uit kiezen. Deze scenario’s zullen nog in openbaar onderzoek gaan, en de kosten moeten ook worden berekend. Er wordt gespeculeerd dat er ongeveer 2 miljard euro beschikbaar is gesteld door de Vlaamse regering voor deze aanpak. Dit betekent dat er in bepaalde landbouwgebieden, die in de buurt liggen van door Europa beschermde natuur, niet meer intensief mag worden geboerd.
De vraag is of er alleen budget zal zijn om landbouwers en de industrie te compenseren. Jos Ramaekers, diensthoofd beleid van Natuurpunt, hoopt dat er ook middelen zijn voor natuurherstel. “Anders gaat de afbouw van de stikstofdepositie zeer traag,” zegt hij. “Het zou al een grote vooruitgang zijn als natuurgebieden die momenteel gebruikt worden voor landbouw beter zouden worden opgevolgd. In 1997 is besloten dat boeren daar nog twee generaties konden voortwerken. Van de ongeveer 7.000 hectare aan natuurgebied die voor landbouw wordt gebruikt, zou nu al 3.000 hectare niet meer bemest mogen worden, maar dat wordt nauwelijks gecontroleerd.
We hoeven niet met landbouw te stoppen, maar intensieve veeteelt moet wel worden verminderd. Twintig procent van de stikstof komt namelijk van het uitrijden van mest. Als we dat beperken en deze gronden bijvoorbeeld gebruiken voor het herstel van natte natuur in de valleien, dan komt er ruimte voor nieuwe investeringen. Dit zou sneller kunnen gaan dan het uitkopen van boeren.”
Dit blogbericht is gebaseerd op een artikel dat verscheen in Het Belang van Limburg: